Bott Frigyes

Met Bott Frigyes uit Slowakije hebben we onze eerste domein uit Centraal-Europa. Hun 10 hectare wijngaarden liggen prachtig ingebed op de heuvels van Muzsla langs de Hron, een zacht kabbelende zijrivier van de Donau. Deze historische percelen die op zo’n 250 meter boven zeeniveau liggen, stonden vroeger onder het beheer van de Kathedraal van Esztergom, aan de Hongaarse kant van de Donau. De bodem bestaat uit vulkanische klei die rijk is aan kalksteen en mineralen. Ze werken op biodynamische wijze wat natuurlijk een grote hulp is in hun streven om de typische karakteristieken van de bodem en de druif te behouden.

Bij Bott Frigyes voelen ze zich nauw verbonden met hun omgeving. Hun wijnen en wijnhuis moeten hun streek, met zijn kleine pittoreske dorpjes langs de Hron, in zijn oude glorie helpen herstellen. Ze maken er ook een erezaak van om het ontluikende toerisme in het drie rivieren gebied van de Horn, Ipel’ en Donau te ondersteunen en aan te moedigen. De focus ligt hierbij op de lokale gebruiken en het aanbieden van de tradionele gastronomische keuken.

Naast internationele druivenrassen zoals Pinot Noir en Riesling, werken ze ook met autochtone en streekgebonden rassen zoals Furmint, Hárslevelű en Kadarka. Deze eerder ongekende druivenrassen vragen wel een woordje duiding. Furmint kent zijn roots in de 16e eeuw in Hongarije. Deze traag rijpende druif ontknopt al heel vroeg in de lente wat hem vorstgevoelig maakt. Hij wordt voornamelijk ingezet voor het maken van droge wijnen, maar hij kan bij een laattijdige oogst ook in een dessertwijn resulteren. Door zijn hoog gehalte aan zuren geeft Furmint frisse en fruitige wijnen. Met de volgende druif in het rijtje zijn we nog minder vertrouwd. Hárslevelű kent zijn oorsprong ook in Hongarije. Naast het Slowaakse grensgebied wordt hij ook in Zuid-Afrika geteeld. Als monocepage levert hij stevige droge witte wijnen. Kadarka is een rode druif die je bijna uitsluitend in de Balkan vindt. Deze druif verliest aan populariteit en moet vaak baan maken voor druiven die eenvoudiger te telen zijn. Kadarka vraagt door zijn gevoeligheid aan ziektes en rotten veel aandacht van de wijnbouwer. Maar die inspanningen worden beloond door de mooie en stevige tannines die deze druif te bieden heeft.

In de wijnkelder gebeurt de vinificatie op traditionele wijze waarbij ze de fermentatie op gang laten komen door de inheemse gisten. De rijping op droesem vindt plaats in een mix van grote houten vaten en amfora. Alle processen gebeuren volgens het principe van ‘minimale interventie’ om uiteindelijk een zo natuurlijk mogelijke wijn te verkrijgen. Het eindproduct is de optelsom van ontelbare piepkleine elementen die in de druif aanwezig zijn en tijdens het wijnmakingsproces naar boven komen. Voeg hier ook nog zeer lage sulfietgehaltes aan toe en dan zal het niet als een verrassing overkomen dat hun wijnen de puurheid van hun prachtige terroir etaleren in het glas.